woensdag 24 maart 2010
De elektrische wagen, feit of fabel?
In het kader van Opel Antwerpen en het klimaatdebat in het algemeen lijkt het me gepast eens de economische mogelijkheden van de elektrische voertuigen te gaan belichten.
Overal leest men dat de grote autoconstructeurs op het randje staan van het uitbrengen van revolutionaire elektronische wagens. Deze passen immers perfect in de het hedendaagse plaatje van een ‘Low Carbon Economy’ en de strijd tegen de opwarming van de aarde.
De gehele ecologische en duurzame sector wordt met argusogen gevolgd door beleggers en ondernemers. In nieuwe duurzame en efficiënte technologieën ligt immers de toekomst voor innovatieve sectoren, en het is nu net in deze sector dat Europa wil uitblinken indien ze de economische rol niet wil lossen.
Geert Noels gaat zelfs nog verder in zijn blog, hij denkt dat er een beleggingshype kan ontstaan rond duurzame en alternatieve energie net zoals dit gebeurde begin jaren 90 voor internetbedrijfjes (de zogenaamde internetzeepbel). De economische waarde van alternatieve energie zou overschat kunnen worden en resulteren en in ware wedloop van beleggingen in alternatieve energie welke dan zou uitgroeien tot een nieuwe beleggingszeepbel.
Maar vooraleer een hype kan ontstaan rond bepaalde sectoren en producten moet er een solide technologische en economische logica aan de grondslag liggen. En niet hier knelt het schoentje van de elektrische wagen.
- De elektrische wagens die vandaag rondrijden kunnen niet meer dan 100 à 200 km rijden vooraleer heropladen noodzakelijk is. Meer technologisch onderzoek is dus noodzakelijk.
- Veel consumenten zouden niet happig zijn om een auto te kopen die dikwijls moet heropgeladen worden
- Technische problemen mbt elektriciteitsnetwerk, het opladen leidt tot enorme pieken in het elektriciteitsverbruik. Een elektrische auto opladen gedurende 8 uur vraagt een vermogen van ongeveer 3.000 watt. Dat komt overeen met het inpluggen van 10 flinke breedbeeldtelevisies. Als je dezelfde auto oplaadt in slechts 10 minuten, dan heb je een vermogen nodig van 155.000 watt. Evenveel als 450 grote beeldschermen. Onvoldoende betrouwbaarheid van het elektriciteitsnetwerk is een andere bekommernis. De bedoeling zou zijn tankstations te creëren die opgeladen batterijen gestockeerd hebben en waarbij de ‘tanker’ slechts de ene batterij voor de andere uitwisselt en afrekent.
- Elektrische auto´s en vooral batterijen blijven heel duur. Voor de batterijen , kostprijsongeveer 10.000 euro per stuk, wordt daarom meer en meer aan leasingformules gedacht.
We zien dus dat de technologie nog niet op punt staat om de traditionele koning auto van zijn troon te stoten.
Ook wanneer we kijken naar het duurzame aspect van elektrische wegens verandert het plaatje. Zo zien we dat voor de creatie van batterijen voor elektrische wagens vooral de grondstof Lithium belangrijk is. Het ontginnen van Lithium is echter sterk belastend voor het milieu en de grondstoffen hiervan zijn veelal gelokaliseerd in China. China staat nu niet bepaald bekend als het land dat graag grondstoffen deelt evenals ze duurzaam en ecologisch ontgint.
De verdere ontwikkeling van elektrische wagens is dus rechtstreeks verbonden met technologische vooruitgang die geboekt wordt in de batterijtechnologie die hiervoor noodzakelijk is. Ondanks dit alles verwacht men in Vlaanderen dat tegen het jaar 2020, 3% tot maximaal 10% van het wagenpark elektrische auto´s zullen zijn.
Voor de EU is een belangrijke rol weggelegd voor de introductie van elektrische voertuigen omdat het vooral de concurrentie moet kunnen aangaan met andere landen zoals China en de VS. Europa kan het zich niet permiteren deze markt mis te lopen. Gelukkig staat Renault al vrij ver in deze technologie en zal ze volgend jaar niet minder dan 4 elektronische voertuigen op de markt brengen.
Europa moet een coördinerende taak op zich nemen waarbij de verschillende stakeholders systematisch overleg plegen, informatie uitwisselen en “best practices” delen. Ook is het belangrijke voor de Europese interne markt om de nieuwe technologie direct Europees te standardiseren. Zo kunnen wij de standaard zetten inzake regulering en technische vereisten voor andere landen.
België kan met zijn korte afstanden en hoge bevolkingsdichtheid als proefterrein en laboratorium gaan fungeren voor de ontwikkelingsfase van deze voertuigen, de gepaste know how is hiervoor ook aanwezig. Voorlopig echter telt België nog maar 3 laadpalen.
Conclusie: er is nog heel wat werk aan de winkel wat betreft elektrische voertuigen en de rush naar aandelen voor gerelateerde bedrijven kan beter nog even uitblijven, of de voorspelling van Noels komt uit.
Thomas Van Rompuy
donderdag 11 maart 2010
De inhaalbeweging of teloorgang van de e-commerce?
Ik heb reeds op mijn Blog eens gesproken over E-commerce, nu zou ik dit iets concreter willen doen. Ik zal ook proberen de problemen concreet voor te stellen evenals mogelijke oplossing en uitdagingen weer te geven.
België scoort, zoals reeds gezegd, zwak wat betreft e-commerce ten aanzien van zijn buurlanden (Nederland, Frankrijk, VK). Ook Europa lijkt in dit gebied achterop te hinken ten aanzien van de grootste economische concurrenten zoals de VS, Japan en China. Toch blijkt “e-commerce” zowel in Europa als in België in te lift te zitten en is ze bezig aan een inhaalmanoeuvre. Zo zien we dat in 2009 de e-commerce sector met 75% gegroeid is en de omzet van de Belgische online handel met 20%. De veranderde nationale handelswetgeving, waarin e-commerce bedrijven nu een voorschot mogen vragen alvorens online producten/diensten te leveren, speelt in op het groeiende belang van de sector.
De problemen die de Belgische e-commerce sector ondervinden zijn vooral een culturele en vertrouwenskwestie. De Belgische ondernemer en consument vertrouwen en geloven nog niet voldoende in de e-commerce sector waar dit in het buitenland wel reeds het geval is. Daarbij komt dan dat de Belgische online ondernemer zich nog niet voldoende toespitst op de noden van de klant. Zo zien we dat de Aziatische e-commerce markt reeds de mogelijkheid biedt tot het leveren van producten binnen een specifiek gedefinieerde en korte tijdsspanne om zo volop in te spelen op het tijdsmanagement van de consument. Deze buitenlandse internationale markten evolueren naar een ‘Mobile Commerce’ waar online persoonsidentificatie zal verlopen langs het telefoonnummer en betalingen via het GSM toestel zullen uitgevoerd worden. Op deze manier kan de consument nog sneller mobiel bestellingen en betalingen uitvoeren. Bedrijfskosten worden gedrukt via online telefonie (vb Skype) en het ontbreken van fysieke kantoorruimtes.
De Belgische markt staat nog lichtjaren verwijderd van zulk een operationale snelheid, mede door het naast elkaar bestaan van vele nationale distributiekanalen (bijvoorbeeld kiala punten, de post ‘drop off points’). De economische markt voor producten en diensten is aan het evolueren naar een nieuw ondernemingsmodel en België blijkt niet voldoende doordrongen van dit gegeven. Zo zien we ondermeer dat enkele grote Belgische retailbedrijven (bv. JBC) nog afwachtend reageren op de evolutie van de e-commerce markt en voorlopig nog geen online shop aanbieden. Dit lijkt op een hallucinante vaststelling, met de kat uit de boom te kijken is nog nooit iemand vooruit geholpen!
In Europa bieden slechts 10% van alle bedrijven die een website hebben de daadwerkelijke mogelijkheid tot het plaatsen van een online bestelling en het afhandeling van een online betaling. Dit is zéér laag vergeleken met de VS en Azië.
België blijkt ook in de laatste publicatie van de Commissie slecht te scoren op Europees gebied. Zo loopt er iets fout bij 70% van de Belgische technisch mogelijke online cross border transacties in Europa. Het gemiddelde voor Europa is 60% . De Europese interne markt ten aanzien van e-commerce is nog steeds een mank diertje.
Specifieke nationale problemen:
België stond 5-10 jaar geleden aan de top wat betreft betalingsmiddelen (bv introductie van Proton) ze heeft deze voorsprong echter bliksemsnel weer verloren. Meer dan 80% van de Belgische bedrijven werken via het online betalingsplatform Ogone, veel concurrentie en competitiviteit is er niet op deze markt. Buurlanden zoals Nederland bieden veel meer betalingsmanieren aan de consument. Ik wijs er hier ook op dat de banken een informatieverantwoordelijkheid dragen bij het leveren van kredietkaarten aan consumenten. Ze kan nog veel meer informatie geven over de rechten en mogelijkheden welke de kredietkaarten meebrengen, dit gebeurt tot op heden niet of te weinig.
Een ander probleem bestaat er ook uit dat de Belgische Telecom operatoren nog teveel een duopolistische situatie weerspiegelen. De Belgische operatoren zijn te duur en te traag welke de e-commerce sector niet simuleert.
Het feit dat Belgische door zijn directe buurlanden omringd is door de grootste e-commerce spelers kan zowel een voor- als een nadeel zijn. Deze buurlanden stimuleren tot efficiëntie en competitiviteit in de sector maar anderzijds vestigen Belgische e-commerce bedrijven zich soms net over de grens om aan de stringentere Belgische wetgeving te ontsnappen en tegelijkertijd eenzelfde klantenpotentieel aan te boren.
Er bestaat een psychologische horde die de consument moet nemen bij het aankopen van online producten want deze consument is niet altijd overtuigd van de veiligheid evenals de efficiëntie en de dienst naverkoop bij de aankoop. Het is daarom dat bedrijven zoals BeCommerce proberen, langs het aanbieden van een online kwaliteitslabel, het scepticisme te overwinnen door het garanderen van een bepaalde kwaliteit en bepaalde rechten aan de consument. Zij zijn echter niet de enige spelers op deze markt, zo biedt Unizo een vergelijkbaar kwaliteitslabel aan.
België betaalt hier de prijs van de Europese en nationale economische regionalisering. De Europese interne markt staat immers nog in haar babyschoenen wat betreft e-commerce. Zo zien we dat teveel websites nog niet in het Engels zijn, er teveel regionale kwaliteitslabels bestaan en België weinig internationale symboolbedrijven kent welke een aantrekkingskracht kan uitoefenen op buitenlandse online consumenten. De taal is een grote barrière ten aanzien van cross border e-commerce aangezien slechts 33% van de EU consumenten bereid is in een andere taal zijn product/dienst aan te kopen .
Uitdagingen voor de toekomst:
Er ligt dus niet enkel een taak in het coördineren van de distributiekanalen, de verschillende kwaliteitslabels (Nederland staat hier reeds veel verder met het kwaliteitslabel Thuiswinkel) de verschillende BTW-tarieven (deze verschillen voor online B2C en B2B), de verschillende Europese fiscale structuren en reguleringen, maar ook in het verder informeren van de consument en handelaar die zich op de online markt wille of reeds betreden.
We zien dat de Europese Cross border e-commerce tussen 2008-2009 slechts 1% is gegroeid van 6% naar 7%. Dit wil zeggen dat de Europese cross border e-commerce nog steeds een zeer kleine speler is en hier nog een enorme ruimte voor verbetering aanwezig is. Dit terwijl Europese prijsvergelijkingen leiden een product gemiddeld gezien tot 10% goedkoper voor de consument evenals een markt die veel meer producten en diensten aanbiedt. Een opening van de interne markt hier zou de retail market competitiever en dynamischer maken.
Het informerende aspect is van vitaal belang indien men het consumentenvertrouwen wil opkrikken ten aanzien van e-commerce. Daarbij moeten de verschillende markten op elkaar afgestemd worden evenzeer als de consument op zijn rechten moet gewezen worden. De onderhandelingen over de Europese richtlijn voor consumentenbescherming behandelen dit online consumentenluik. Dit is een nieuwe stap in het garanderen van de veiligheid voor de online consument. In het kader van deze richtlijn werd berekend dat een e-commerce bedrijf dat in één of twee andere EU landen ook actief wil zijn 9276 € aan administratieve kosten moet dragen om conform de consumentenwetgeving te zijn.
Ook het opzetten van een Europees centraal online geschillenbeslechtings-mechanisme kan in het voordeel van het consumentenvertrouwen spelen.
Het toverwoord zowel Europees als Belgisch is dus harmonisatie indien onze e-commerce markt competitief wil zijn/worden. Indien dit niet gebeurt zal België en Europa hopeloos achterop blijven hinken in deze sector, die op termijn zal uitgroeien tot de standaard voor het handelvoeren.
woensdag 24 februari 2010
Il Postino
De film Il Postino (1994) is nog eens een klassieke prent uit de goede oude doos. De film, geregisseerd door Michael Radford (The Merchant of Venice), is gebaseerd op het boek ‘De postbode van Neruda” van de auteur Skarmeta. De locatie en sfeer doet je helemaal terugdenken aan ‘The old man and the sea’. De film won een Oscar voor beste muziek en de hoofdrolspeler (Massimo Troisi) werd genomineerd voor een Oscar ‘beste acteur’.
De film vertelt het verhaal van Pablo Neruda. Deze werd in de jaren 50 verbannen uit zijn thuisland Chili, omwille van zijn communistische sympathieën. In tegenstelling tot de realiteit, waar hij naar Argentinië vluchtte, verhuist de dichter in de film naar het romantische Siciliaanse eiland Salina. Daar waar het gat van Pluto nog nooit zo aantrekkelijk leek, was hij gedoemd de rest van zijn dagen te slijten.
Al snel brengt de aanwezigheid van de wereldbefaamde liefdesdichter het dorp in rep en roer. Zo sluit Neruda vriendschap met zijn postbode Mario Ruoppolo (Massimo Troisi) die de taak had de ontelbare brieven geadresseerd aan de dichter af te leveren.
“Daar in het huis van mijn vader, waar de dagen trager waren”
Enkel deze quote kan beschrijven welke gevoel de film Il Postino teweegbrengt. De regisseur brengt op een geniale manier de kalmte en bewonderenswaardige eenvoud van het Italiaanse kustdorpje in beeld. Zachtjes op het ritme van de toestromende golven, wordt de kijker meegezogen in dit aandoenlijke verhaal over vriendschap, liefde en eenvoud.
De film is eigenlijk een aaneenschakeling van woordspelen en metaforen. De postbode Mario wil immers vriendschap sluiten met de befaamde dichter, zodat deze hem kan leren het hart te veroveren van plaatselijke schone Beatrice. Mario hoopt dat Neruda hem zal inwijden tot de geheimen van het woord en de poëzie.
Het is niet enkel het kader van de Middellandse Zee en de gezellige muziek die de film zo meeslepend maakt. Het is de hoofdrolspeler Mario wiens schuchtere blik en trage woorden een diep verlangen uitspreken tot meer dan alleen het vissersbestaan. Achter zijn droevige ogen schuilt een gevoelige ziel die openbloeit met de komst van Neruda.
Pablo Neruda beslist immers Mario te leren dichten. In hun conversaties en verbale steekspellen rollen metaforen over de lippen zoals:
Sta daar niet zo onbeweegelijk als een mast, vastgenageld als een speer, stiller dan een porseleinen kat.
Haar glimlach ontvouwt zich als een vlinder op haar lippen
De film verheerlijkt de kracht van het woord. Poëzie dient immers om met woorden een bepaald sentiment op te roepen, het woord fungeert hier als de open kier tot het hart. Poëzie is ook geen bezit van wie het schrijft, het is de eigendom van wie het nodig heeft. Het is zowel melancholisch als krachtig.
Het beste voorbeeld van de kracht van het woord is het verhaal van Neruda zelf. Hij was op dat moment misschien de bekendste dichter uit de wereld, maar ook één van de bekendste communisten. Nadat het communisme echter verboden werd in Chili moest Neruda vluchten. Hij was immers politiek invloedrijk door zijn dichtbundels gericht op de verheerlijking van de arbeid en de burger. Het is pas wanneer hij jaren later de Nobelprijs voor literatuur ontving dat hij terug mocht keren naar Chili.
Toen hij stierf had Pinochet pas zijn militair regime geïnstalleerd, en verbood de Chilenen toegang tot zijn begrafenis. Toch kwam een massa mensen, ondanks de avondklok, de straten op. Dit geldt tot vandaag als het eerste teken van verzet tegen het regime van Pinochet.
Zo zien we dat woorden veel meer zijn dan enkel inkt op papier. Het is een machtig wapen voor diegene die het hanteren kan. Mario slaagt er dan ook in het hart te winnen van zijn Beatrice, geholpen door de poëzie van Neruda.
Il Postino, gevuld met personages zo weggelopen uit de Bertoli reclame, biedt een uniek beeld op de eenvoudige, doch sterke vriendschap tussen Mario en Neruda. Het is in de eenvoud van het leven, en de eenvoud van het woord dat ze elkaar vinden. Op het einde van de film toont de regisseur een gedicht van Neruda vanwaar de laatste zin altijd zal blijven echoën.
“Het geluid uit de kapperzaak doet me luidop schreeuwen,
Ik ben het moe een mens te zijn….”
Deze laatste zin blijft aan je plakken wanneer je volgend feit in het achterhoofd houdt. Het hoofdpersonage identificeerde zichzelf in de film met deze versregel, en 12 uur na het afsluiten van de laatste scène stierf acteur Massimo Troisi in het echte leven. Dit alles maakt van Il Postino een meesterwerk, dat zelfs 16 jaar na datum nog steeds kan doen lachen als huilen.
dinsdag 9 februari 2010
De Griekse tragedie en de rol van governance
De laatste weken zijn de Europese kranten volgedrukt over de precaire economische situatie in Griekenland. Ik zal even eerst kort de context schetsen.
Griekenland heeft vorig jaar een begrotingstekort geboekt van bijna 13 %(!) van het bbp, dit waar de Maastrichtnormen een tekort van maximaal 3% toelaten. Verder heeft het een schuld die boven 115% van het bbp stijgt en een tekort op de lopende rekeningen van 14% van het bbp. De Olympische Spelen, waar elk gastland iedere vier jaar zo hard voor moet strijden, is een bittere economische pil geworden, in combinatie met een oncompetitieve economie.
Het probleem is niet zozeer het Griekse staatsfailliet, het probleem ligt hem in de domino-effecten die deze meebrengt. Zo zien we dat de Europese beurzen prompt bloedrood begonnen kleuren eenmaal het Griekse tragedie onafwendbaar bleek te worden. Maar het probleem is niet enkel Griekenland.
Ook Spanje blijkt stilaan ‘het nieuwe Griekenland’ te gaan worden. De Madrileense beurs kreeg immers ook zware klappen na het Griekse failliet. In twee dagen tijd verloor de Ibex, de index voor Spaanse waarden, 7,9%. Maar dit is nog niet het ergste probleem. De werkloosheid in Spanje evolueert immers naar een werkloosheid van 4 miljoen mensen, welke een werkloosheid van 20% van de actieve beroepsbevolking uitmaakt. Het begrotingsoverschot is in minder dan twee jaar tijd veranderd in een tekort van 11,4 procent. Terwijl de regering de eerste klappen van de crisis opving met een injectie van overheidsgelden, is nu de bodem van de schatkist bereikt.
Het lijkt erop dat de schulden die banken hebben opgestapeld doorheen de financiële crisis en die zijn overgenomen of betaald door de overheden stilaan zijn tol beginnen te eisen. De Staatsfinanciën komen onder druk te staan en worden in landen zoals Griekenland en Spanje stilaan onhoudbaar. De problemen van de financiële crisis zijn gewoon doorgeschoven, en indien deze niet gepaard zijn gegaan met ingrijpende maatregelen op de overheidsfinanciën, dreigen ontspoorde overheidsfinanciën. Dit begint zo stilaan te rieken naar een ‘Road to perdition’.
Het frappante is de rol die Europa speelt ten aanzien van deze situatie. Landen zoals België; Griekenland en Spanje zijn toegetreden tot de Eurozone onder voorwaarde van de dwingende Maastrichtnormen. In die periodes namen zulke landen dan ook ingrijpende en structurele maatregelen die de overheidsfinanciën moesten klaarstomen tot een toetreding tot de Eurozone. Wanneer we dit uit het perspectief van de zogenaamde ‘Governance’ gaan bekijken zien we dat de EU erin slaagde lidstaten in het economische gareel te houden door middel van de ‘carrot stick’ benadering. De beloning voor de volgehouden economische inspanning was de Euro.
Nu zien we echter dat deze positieve stimulus is weggevallen eenmaal de Eurozone een realiteit geworden is. De lidstaten zijn de economische adviezen van de Europese Commissie in wind gaan slaan, mede uit electorale overwegingen. Vroeger kon men immers noch ‘onder het mom van Maastricht’ besparingen doorvoeren. Hierna had men, mede door de economische groei, geen excuus meer ten aanzien van de kiezer. Het Griekse politieke beleid schaadde de beginselen die op de tempel van Apollo staan in
Delphi; “ken uw beperkingen, mijdt overmoed en overdaad schaadt”.
Bij deze pleit ik er dan ook voor de nieuwe ‘EU 2020 strategie’, die ‘as we speak’ ontwikkeld wordt op het Europese niveau, sterk afdwingbaar gemaakt wordt. De EU 2020 strategie is de opvolger van de Lissabonstrategie die van de EU de grootste kenniseconomie ter wereld moest maken. Het geldt als het visionaire (tienjarige) project die enkele lange termijndoeleinden voorstelt waar de EU naar moet evolueren. Bijvoorbeeld een uitgave van 3% van het bbp aan R&D.
Het probleem is niet zozeer de doelen vastleggen waarnaar de EU moet evolueren. Het probleem is een structuur opzetten die deze kan afdwingen, de zogenaamde problematiek van ‘governance’. Er is een noodzaak aan bepaalde penale of belonende economische incentieven te voorzien, indien men wil dat de lidstaten luisteren en serieus werk maken van bepaalde objectieven. Indien dit allemaal vrijblijvend blijft nemen lidstaten vaak korte termijndoelstellingen aan en eindigen ze zoals Griekenland en Spanje. Deze presteerden dan weer wel ‘goed’ wanneer ze naar een toetreding tot de Eurozone streefden. Toen konden er immers zowel geldelijke boetes opgelegd worden als gold er een beloning, de Euro.
Vandaar mijn oproep tot het instellen van een visionaire EU 2020 strategie die de weg moet uitstippelen van de EU voor de komende tien jaar. Opdat ze echter concrete resultaten zou meebrengen is het noodzakelijk afdwingbare elementen hierin op te nemen, en net dit is het element waarvoor grote lidstaten zoveel schrik hebben. Met name; dat een Eurocraat hun de les zou spellen over hun economische beslissingsrecht. Ironisch is dan het feit dat Griekenland nu in samenwerking met de Europese Commissie saneringsplannen heeft opgesteld.
Het is tijd om te evolueren naar een Europese Unie, en niet te langer blijven hangen in een verzameling van landen onder curatele van de grote lidstaten. De dupe hiervan zijn bijvoorbeeld….Griekenland en Spanje.
dinsdag 2 februari 2010
woensdag 27 januari 2010
Nieuwe E-commerce wending?
Artikel in de standaard vandaag, de E-commerce begint steeds meer zijn weg te vinden naar het Belgische consument en ondernemer. De cijfers evolueren gunstig, met name steeds meer mensen hebben vorig jaar reeds een item online aangekocht. Maar het probleem blijft hem natuurlijk zitten in de gebrekkige "cross border online trade".
De E-Commerce zal onvermijdelijk blijven groeien in heel Europa. Om echter het volledige economische potentieel van de E-Commerce te benutten is het noodzakelijk ook een digitale Europese markt te creëren, zoals vermeld in mijn vorige weblog. Toch is dit reeds een positief signaal, België begint immers stilaan zijn ruime achterstand op de buurlanden goed te maken.
Link: http://www.quickonomie.be/nl/persberichten/index.jsp
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=BL2LDSIA&subsection=214
dinsdag 26 januari 2010
Avatar, China zijn achillespees?
De kogel is door de kerk! De film Avatar mag nu officieel als de meest succesvolle film ooit bestempeld worden. De meesterprent (besproken door mijn broer en mezelf op www.petervanrompuy.be) heeft meer dan 1,8 miljard dollar (!) wereldwijd opgebracht. Daarmee zinkt Avatar het schip van Titanic, ook van de hand van James Cameron, dat tot dusver de meest succesvolle film aller tijden was.
Ik vind dit niet verwonderlijk aangezien Avatar als veel meer dan enkel een film bestempeld kan worden. Het is immers ook de drager van een technologische revolutie en de ontwikkelaar van maatschappelijke onrust. Maar wat bedoel ik juist met die maatschappelijke onrust?
Het volgende namelijk. Avatar heeft zulk een invloed verworven dat de Chinese overheden besloten de film aan banden te leggen. De 2D versie werd uit de zalen gehaald en enkel de 3D versie, die voor de meeste Chinezen te duur is, mocht nog in de zalen vertoond worden. Dit komt bovenop het feit dat in China slechts een twintigtal buitenlandse filmen per jaar vertoond mogen worden.
Met deze maatregel reageerde China op de broeiende Chinese maatschappelijke beweging die zich ging identificeren met de vrijheidsstrijd van de Na’Vi. Vele Chinezen voelden zich immers aangesproken wanneer deze blauwe wezens strijd voerden tegen de mensheid, ter bescherming van hun cultuur en land. China is specialist geworden wanneer het gaat om massale deportaties en onteigeningen. Denk maar aan de massale invoer van Chinese plattelandslieden in Tibet om de veerkracht van de lokale bevolking te breken, of aan de verhuis van meer dan 1,3 miljoen mensen om de drieklovendam te bouwen.
“All the forced removal of old neighbourhoods in China makes us the only earthlings today who can really feel the pain of the Na'vi,"
"For audiences in other countries, such brutal eviction is something outside their imagining. It could only take place on another planet or in China,"
Dit zijn quote’s van twee invloedrijke Chinese columnisten/Bloggers. Ze typeren de dualiteit waarin China verkeert; enerzijds stelt ze haar bevolking steeds meer bloot aan invloeden en bedrijven van buitenaf, en hierbij is het internet natuurlijk de grootste boodschapper, en anderzijds probeert ze net deze onstuitbare stroom van informatie gericht te censureren en tegelijkertijd economisch de vruchten te plukken.
Principes blijven echter slechts principes wanneer er geld mee te verdienen valt. Zo zien we dat de regering van de Chinese provincie Zhangjiajie de naam van een berg heeft omgedoopt tot de ‘Avatar Hallelujah’ berg. Dit omdat één van de makers van Avatar hier tijd had doorgebracht en zich hierop inspireerde bij het creëren van de zwevende bergen van Pandora. De bedoeling is dat de nieuwe naam meer toeristen, en dus meer geld oplevert. Nogal tegenstrijdig met de censuurmaatregelen ten aanzien van de film lijkt me.
Met de censuur van Avatar is China echter nog niet aan zijn proefstuk toe. Zo zien we dat Google recentelijk overweegt om zich uit de Chinese markt te trekken. Dit ondanks het feit dat China de grootste groeimarkt ter wereld is wat betreft potentiële internetgebruikers.
Waarom neemt Google zulke drastische maatregelen in overweging? Omdat de zoekrobot zich in China moet onderwerpen aan hele batterij van censuurregels die de bevolking selectieve informatie moeten aanbieden. En omdat Google recentelijk een ‘Cyber aanval’ moest weerstaan van Chinese hackers die probeerden de gebruikersarchieven van google binnen te dringen. De bedoeling was de Gmail accounts van Chinese verzetsstrijders te ‘Hacken’ om zo vitale informatie te verwerven. Ik kan stilaan begrijpen dat de Chinezen zich beginnen te identificeren met de Na’Vi, zeker indien men weet dat in China meer dan 100.000 mensen in dienst van de censuur van het internet!
Google overweegt hier een dappere afweging te maken, met name de werkingsvrijheid van haar zoekrobot, ten aanzien van de vele Yuan’s die de Chinese markt kan meebrengen. Op één of andere manier lijkt ook dit op een soort van Avatarverhaal, binnenin een andere context. Iedereen staat voor zijn idealen, net zoals de Na’Vi.
Zo zie je dat verhalen meer kunnen zijn dan slechts fantasie, maar ook reële gevolgen kunnen dragen. Verhalen zijn pas overtuigend indien je jezelf in de plaats van de personages kunt plaatsen, indien je ze gelooft. Verhalen kunnen motiveren en verleiden, en kunnen in sommige gevallen zelfs de potentieel grootste economische macht ter wereld, een beetje doen wankelen en dwingen tot maatregelen. Hoelang zal het nog duren, vooraleer de Chinese overheid buigt voor haar vrijheidsstrijders, voor haar Chinese Na’Vi?
P.S: China verving Avatar tevens in de 2D zalen door een film over een Chinees nationalistisch feit in de geschiedenis. Toeval?
Thomas Van Rompuy
Abonneren op:
Posts (Atom)